Ik heb het idee, dat het woord “opknappen” veel betekent.
Als je iets gaat opknappen houdt dat in, dat je er mooi werk van gaat maken. Geen broddelwerk. Het mag gezien worden. We hebben het ook over het opknappen van een moeilijke klus. Een zware taak. Met een grote verantwoordelijkheid. Die je met een goed resultaat verricht.
Maar we gaan terug naar de zorg. Ik heb het idee, dat we pas over opknappen spreken, als de patiënt het zwaarste deel van de operatie of chemokuur achter de rug heeft. Zolang je nog in het ziekenhuis ligt, heeft niemand het over opknappen. Maar wel over je eetlust die verbetert. Je bent weer even uit bed geweest. En ging het?
Voor opknappen moet je naar huis toe. Of naar het centrum waar je woont. Als je eenmaal begint op te knappen, verwacht je dat het de goede kant op blijft gaan. Het herstel zet zich door.
Ik weet niet goed of mijn idee van opknappen ook geldt voor mensen met een chronische ziekte, zoals diabetes of een longaandoening. Of een dwarslaesie.
Hoe het ook zij. Je staat weer aan de veilige kant van de streep. Het grootste gevaar is voor je geweken. Neem de tijd om verder op te knappen en aan te sterken.
maak het goed. zo goed als je kunt.
ben