Waarom kennen we wel de woorden voorspoed en voorspoedig. En tegenspoed. Maar niet tegenspoedig?
Het is een voor de hand liggende vraag, als reizigers op hun bestemming aankomen: ” Hebben jullie een voorspoedige reis gehad? ”
In het gemeentehuis klinken de woorden ook, als het tweetal elkaar belooft in voor-, en tegenspoed bij elkaar te blijven.
Van Sinterklaas willen we ook graag weten of hij een voorspoedige bootreis naar Holland heeft gehad. En de kinderen, die hem opwachten, hopen dat wel voor hem, zijn paard en zijn pieten.
Maar je zegt niet dat de groente in je tuin voorspoedig is gegroeid. En ook niet dat de file voorspoedig is opgelost. De Dikke Van Dalen spreekt wel van een voorspoedig leven. Ook zeg je dat een operatie voorspoedig is verlopen. En we hebben het ook over een voorspoedige verhuizing. En een sportwedstrijd die voor de thuis spelende ploeg voorspoedig is verlopen.
Op de huidige uren, nu moeten duizenden mensen geëvacueerd worden, vanwege de overstroming van de Maas. Hopelijk kan dat voorspoedig georganiseerd worden.
Hoe komen in de zorg voorspoedig en tegenspoed aan de orde? Zeggen we bijvoorbeeld dat een chemo keur voorspoedig is verlopen? Over een operatie zeggen we het wel. Maar over een chemokuur of immunotherapie. Niet zo gauw, volgens mij. Dan zeg je eerder dat de kuur goed is gegaan. “Alles is goed verlopen, nu kunnen we alleen maar wachten en hopen dat het resultaat ook goed komt.”
En hoe zit het in de zorg met tegenspoed ? Nooit van gehoord , zou ik ze zeggen.
Maak het goed. Zo goed als je kunt.
ben