Sinds de dag van mijn operatie heb ik meer dan duizend kaarten ontvangen. Van allerlei mensen. Vanzelfsprekend vol goede wensen. Wat voor nut of waarde hebben die kaarten helemaal? Ik heb er betekenis aan kunnen geven.
Ik beschouw de kaarten net als al draden, die je nodig hebt om een kleed te weven. Elke kaart is een draad. Er wordt geweven via schering en inslag. Met dat geweven kleed droegen deze mensen mij.
De wenskaarten zijn belangrijk voor mij, net als de vele gesprekken en gesprekjes. Zij zorgen voor zuurstof. Zodat ik door kon gaan met ademhalen.
” Zulke wenskaarten kreeg ik ook zakken vol. Ik heb er een hele zolder vol mee liggen, ” hoor ik weleens zeggen. Dat vind ik wel een cynisch geluid. Begrijpelijk maar jammer.
Ik was voor mijn aandoening niet cynisch en ben dat later ook niet geworden. Het cynisme heeft wel in enkele periodes op de loer gelegen. Als het me allemaal geen donder meer uitmaakte. Maar van lieverlee trokken die stemmingen voorbij en kwam de goede gezindheid in mijn hart terug.
Cynisme vormt een belasting voor je binnenwereld. Als je je daarvan kunt ontdoen, ontstaat er een nieuwe openheid voor andere mensen en onderwerpen van ons bestaan. Roept dit herkenning op?
maak het goed.
zo goed als je kunt.
ben