In deze tekst heeft de schrijfster het over een tikje of klopje op een boom. Een boom, die zij van goede vrienden kreeg.
De boom is overbodig. Maar de schrijfster is er groots mee. Zij plant de boom in haar tuin. Een boom die haar aanspreekt en haar een warm gevoel geeft.
Er ontstaat een wisselwerking tussen haar en de boom. Zij geeft die boom tikjes of klopjes op de stam, als een schouderklopje voor een mens. De boom beloont haar door nieuwe knoppen te zetten. Eerst aarzelend, maar de boom zet door. De boom heeft tijd nodig.
Zij schrijft verder dat deze boom in haar ogen een beetje op mij lijkt.
de Boom: Ben
De boom moest weg. Hij moest van velen afscheid nemen.
De boom krijgt een nieuwe kans. Hij krijg een nieuwe kans
De boom heeft een tijdlang niet gebloeid. Ik heb een tijdlang niet gestraald
De boom krijgt, door vele klopjes, het leven terug. Hij krijgt weer levenszin.
Ik ben er zo diep en diep dankbaar voor, dat deze vrouw mij het verhaal van haar boom heeft geschreven. Er bestaat haast geen groter geluk voor mij. Ik gun ieder zieke of eenzame mens, die moet worstelen, zo’n schouderklop.
Maak het goed. Zo goed als je kunt.
ben